INDUSTRY GUIDE
zoeken | portals | berichten | aanmelden | login
Coproduceren in Italië met line-producer Lidy Peters

14-10-2014 - Het Filmfonds lanceerde onlangs een nieuwe filmregeling om coproducties met het buitenland te bevorderen. Filmpeople start daarom een nieuwe interviewrubriek waarin ‘de internationale coproductie’ centraal staat. In deze serie komen Nederlandse film professionals aan het woord die op verschillende manieren een rol spelen bij de totstandkoming van coproducties: van locatiescout tot geluidstechnicus, van researcher tot film commissioner. Voor deel 1 sprak Filmpeople met Lidy Peters, line-producer te Italië.  

Vanuit haar woonplaats Rome assisteert line-producer Lidy Peters al meer dan twintig jaar bij diverse internationale films, documentaires, reclames en televisieprogramma’s in heel Italië. Ze was onder meer betrokken bij de Italiaanse opnames van De Ontdekking van de Hemel  (2001, Jeroen Krabbé) en werkte mee aan de in Rome opgenomen commercial van de Postbank (2006)
 


Wat is jouw rol binnen een internationale coproductie?

Los van het regelen van vergunningen, contacten en technische ondersteuning, ben ik eigenlijk een soort bruggenbouwer die ervoor moet zorgen dat al die verschillende culturen soepel in elkaar overvloeien op de set. Om een productie geolied te laten verlopen, moeten mensen elkaar begrijpen. Je hebt niet alleen een taalbarrière te overwinnen, maar ieder land heeft daarbovenop ook nog eens een eigen manier van werken. Je zou bijvoorbeeld kunnen stellen dat Italiaanse cameramannen over het algemeen een hele dynamische cameravoering hanteren, terwijl hun Nederlandse collega’s vaker het beeld zelf zullen laten bewegen. Ieder land heeft zo z’n eigen werkcultuur.
 
Met welke taal-en cultuurverschillen heb je op een internationale set te maken?
Op een Italiaanse set heerst een veel strengere hiërarchie dan op een Nederlandse set. In Italië is het ondenkbaar dat je als eenvoudige runner op de regisseur afstapt. Deze strikt hiërarchische structuur is juist voor Nederlanders bijzonder vreemd. Italianen zijn banger om hun baan te verliezen en daardoor voorzichtiger. Er is namelijk geen sociaal vangnet zoals wij dat in Nederland kennen. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn veel slechter geregeld. Nederlanders zijn altijd heel verbaasd als ze horen hoe goedkoop een Italiaanse crew is.
Mijn ervaring is dat Nederlanders iets sneller op de klok kijken dan hun Italiaanse collega’s en eerder overuren schrijven. Daartegenover staat dat Nederlanders meestal alles aanpakken, terwijl je op een Italiaanse set echt een afgebakende taak hebt. Wanneer je als sjouwer bent ingehuurd dan ga je bijvoorbeeld geen bewaking doen. Bij de opnames van De Ontdekking van de Hemel in Subiaco moesten we een keer onder hoge tijdsdruk werken. We hadden slechts een uur de tijd om alle spullen in de vrachtwagens te krijgen. Op zo’n moment helpt de voltallige Nederlandse ploeg, inclusief regisseur Jeroen Krabbé, mee om alles zo snel mogelijk in te laden. De Italiaanse chauffeurs zaten op dat moment gezellig een sigaretje te roken en keken toe. Maar dat zijn wel uitzonderingen.
Aan de andere kant begrijpen Nederlanders soms niet dat er in Italië andere gedragsregels gelden en raken daardoor weleens snel gepikeerd. Je kunt bijvoorbeeld niet op slippers en in een korte spijkerbroek op audiëntie bij de Paus gaan.
En de Italiaanse ploeg staat tijdens de lunch weer gek te kijken dat er op een Nederlandse set een algeheel alcoholverbod geldt. In Italië is het namelijk heel gebruikelijk om tijdens de lunch ‘voor de smaak’ een glaasje wijn te drinken. Italianen snappen dan niet onmiddellijk dat zo’n verbod voortkomt uit de ervaring dat Nederlanders het meestal niet bij één drankje houden.
 
Welke anekdote is exemplarisch voor het werken binnen een internationale coproductie?
Een mooi voorbeeld van non-verbale cultuurverschillen deed zich voor toen we voor de De Ontdekking van de Hemel met de Italiaanse productieleider en een Nederlandse cameraman op locatie gingen proefdraaien. Onze Nederlandse cameraman had de gewoonte het beeld te kadreren met behulp van zijn gestrekte pink en wijsvinger, maar had géén idee hoe gevoelig dit gebaar in Italië ligt en wat de impact hiervan is: als je zo’n gebaar (corna) naar iemand toe maakt, beschuldig je zijn partner namelijk van overspel. Dan staat zo’n Italiaanse collega toch wel even gek te kijken.
 
Hoe ga je in Italië als locatiescout te werk?
In de voorbereidingsfase krijg ik meestal een storyboard aangeleverd waarin de sfeer van de scenes vrij nauwkeurig wordt omschreven, bijvoorbeeld dat iets zich afspeelt op een plek met afgebladderde muren en dichtgetimmerde deuren. Dan weet ik naar wat voor soort locatie ik op zoek moet gaan. Ik zet die informatie vervolgens meteen uit in mijn omgeving en dan is er altijd wel iemand in mijn netwerk die zegt ‘daar moet je eens gaan kijken’.
Bij documentaires speelt research een nog grotere rol. Voor In de voetsporen van Escher in Italië (van regisseur Jan Bosdriesz, red.) moesten we bijvoorbeeld aan de hand van Eschers’ tekeningen de plekken reconstrueren waar hij in de jaren twintig en dertig tijdens zijn Italiaanse reizen daadwerkelijk had gewerkt. En in weer andere gevallen liggen de locaties bij voorbaat al vast in het script, zoals bijvoorbeeld het Pantheon in De Ontdekking van de Hemel en dan is het een kwestie van vergunningen regelen. In Italië is dat overigens vrij ingewikkeld, omdat er meerdere loketten zijn en je precies moet weten waar je moet aankloppen om toestemming te vragen. Soms is dat de Sovrintendenza, de instelling die over de archeologische sites gaat, soms is dat het Vaticaan of één van de organisaties die de kerken beheren en soms is het een combinatie van verschillende instellingen en de gemeente. Voor een katholiek programma kom je met een brief van de bisschop vaak gratis een kerk binnen, maar in alle andere gevallen moet je meestal diep in de buidel tasten. Coproducties fungeren nu eenmaal als een zeer welkome bron van inkomsten bij het onderhoud van monumenten. Je hebt zelfs nog een wet uit de jaren negentig die tarieven heeft vastgesteld voor (audio)visuele opnames van cultureel erfgoed. Sommige instellingen passen deze hoge tarieven nog altijd toe.
 
Wat zijn de voordelen van een internationale coproductie?
In de eerste plaats is dat de extra financiële input. Je hebt bijvoorbeeld meer middelen om voor de bijzondere, duurdere locaties te kiezen. Als een project wordt gedragen door de overheid kan je mogelijk ook op andere terreinen rugsteun krijgen. Zoals in ons geval toen we voor De Ontdekking van de Hemel de Boog van Titus op het Forum Romanum wilden filmen. Toentertijd was er bij de Sovrintendenza een lastige archeologe verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen die bijna altijd ‘nee’ verkocht en dus ook aan ons. De Boog van Titus is lastig na te bouwen in de studio en omdat hij een belangrijke rol in het boek speelt, wilden we deze locatie echt graag hebben. Uiteindelijk heeft de toenmalige Nederlandse staatssecretaris met zijn Italiaanse collega gebeld, die deze mevrouw van de Sovrintendenza vervolgens de opdracht heeft gegeven ons die vergunning te verlenen. Zij vond het uiteraard allesbehalve prettig om overruled te worden en van haar kant kregen we vervolgens een hele waslijst aan flauwe restricties. In Rome krijg je bij een grote productie standaard twee agenten toegewezen die je de hele dag begeleiden. Dankzij goed contact met deze agenten zijn we er uiteindelijk in geslaagd alle hindernissen te nemen en mooie opnames te maken. De betreffende scène is helaas in de montage alsnog gesneuveld. Dat gebeurt bij films natuurlijk vaker, maar het is soms extra slikken als een locatie veel moeite heeft gekost.  
Afgezien van de financiële voordelen is er uiteraard ook een wisselwerking van kwalitatieve input. Een bijkomend voordeel is dat crewleden al werkende kennis uitwisselen met hun buitenlandse collega’s. Verder heeft een lokale producent zijn eigen contacten en connecties en kent hij of zij de situatie ter plekke veel beter. Ze weten precies hoe je alles veilig moet laten verlopen en vooral ook hoe het prettig werken is.
 
Wat is volgens jou het belang van coproduceren in Europa?
Grenzen vervagen en Europa wordt steeds meer een eenheid, dat zie je ook aan jongeren die meer en meer dezelfde dingen willen. De filmindustrie kan daar goed op inspelen met coproducties. In sommige landen ziet men de waarde van een bepaald soort genre, in andere landen ligt de nadruk weer ergens anders op. Met coproducties kunnen krachten worden gebundeld.
Ieder land kan in principe zichzelf promoten, maar de middelen zijn beperkt en zullen in de toekomst nog minder worden. Ik heb bijvoorbeeld niet zo lang geleden de vergunningen en locaties geregeld voor het programma We zijn er bijna van Omroep Max. Een succesvol format waarin een groep gepensioneerden met eigen caravan of camper een rondreis door een bepaald gebied maakt. Dit jaar doen ze Italië aan. Nederland promoot hier als het ware Italië mee, iets dat Italië zelf niet meer doet. Een coproductie zou hier, volgens mij, echt op zijn plaats zijn. Je zou dan een nog mooier resultaat krijgen. Je zou bijvoorbeeld duurdere en mooiere locaties kunnen bemachtigen met steun van de Italiaanse Staat. Nu waren we vrij beperkt door de wet waarmee er geld moet worden verdiend aan internationale producties. Maar eerlijk gezegd is meer niet altijd beter. Beperkingen leveren ook prachtige dingen op. Toch denk ik dat als het programma We zijn er bijna een samenwerking tussen beide landen was geweest en er omgekeerd ook Italianen in caravans naar Nederland waren afgereisd, het iets moois had opgeleverd.
 
Dit artikel werd geschreven door Gerdien Smit voor Filmpeople. Een overzicht van de producties waaraan Lidy Peters heeft meegewerkt is te vinden op haar website: www.liedie.it


 



Related articles

Coproduceren in Italië met line-producer Lidy Peters Het Filmfonds lanceerde onlangs een nieuwe filmregeling om coproducties met het buitenland te bevorderen. Filmpeople start daarom een nieuwe interviewrubriek waarin ‘de internationale...
Amsterdam Filmcommissie geeft tips over draaien in Amsterdam. Al 5 jaar werkt de gemeente Amsterdam intensief samen met filmmakers om door een goede coördinatie en duidelijke communicatie de filmsector te faciliteren. Niet alleen op het gebied van productie,...
CarCasting bouwt Topdrive voor de Surprise Jan Wijnakker van CarCasting.tv heeft voor het eerst in Nederland een Topdrive gebouwd. Voorheen moest deze uit Engeland komen, maar nu is er dus een volledige bestuurbare en vanaf het dak...
Artstikke en Foei Productions vormen nieuw Production Design duo In de film 'Jack bestelt een broertje' van Anne de Clercq, wordt de wonderlijke wereld van de volwassenen bezien vanuit de ogen van hoofdrolspeler Jack. Artstikke en Foei productions gaven deze...
Kus de Kok bestelt groenten bij stadsboerderij Kus de kok is de groene filmcateraar met aandacht en liefde voor 'gast' en product. Gezond eten speelt bij hen een grote rol, daarom laten ze dan ook vanaf heden de groenten van stadsboerderij...
GroundControl zorgt voor rust op de set bij “Bloed Zweet en Tranen” Momenteel vinden de opnames plaats van “Bloed Zweet en Tranen”, de film over het leven van André Hazes. GroundControl werd ingeschakeld om rust, orde en veiligheid te creëren voor de cast&crew...
Historia Events geeft gratis historisch lokatie advies Joke Paans van Historia Events is gespecialiseerd in historische locaties. Naast het geven van locatieadviezen voor evenementen kun je nu ook bij haar  terecht voor advies en scouting van...